Show menu

Maak kennis met onze topdocent: Lloyd Terborg!

Lloyd-Terborg-Kleinkunstig-1

‘Hoe moeilijker de doelgroep, hoe leuker’

Lloyd Terborg (56) legt in zijn workshops rap de nadruk op hiphop: ‘De cultuur die mij gered heeft van een crimineel bestaan.’ Als dertienjarige jongen kwam hij vanuit Suriname in De Bijlmer terecht. Toen nog een plek met veel criminaliteit. Daar liep hij mee in een bende. ‘Kruimeldingetjes’, vertelt hij, ‘maar niet het leven wat ik wilde’. Net toen de criminaliteit zwaarder zou worden, ontmoette hij in een jongerencentrum Amerikaanse soldaten die de hiphopcultuur meebrachten. Hij wist: nu kan ik weg. Zijn vertrek uit de bende leverde hem flinke klappen op, waar hij desondanks blij mee was: ‘Dat was mijn ticket out of there.’

Sindsdien kwam hij dagelijks in het jongerencentrum. De soldaten leerden de jongens er breakdance en rap. Op zijn vijftiende nam Terborg een uitzendbaan op Schiphol en met het verdiende geld begon hij een studio die hij openstelde voor de wijk. En zo startte zijn hiphopcarrière als rapper LTH: ‘De eerste party’s, platen, concerten. Wij waren de pioniers. Ik heb een droomtijd gehad.’ Wel weet hij nog goed hoe moeilijk het in De Bijlmer was. ‘De Surinamers zaten allemaal bij elkaar, geïsoleerd van de samenleving. Je krijgt dan weinig keuzes. Ik was doorgaans alleen thuis, mijn moeder was aan het werk. De Bijlmer verpauperde. Wij waren bang voor blanke mensen, want dat betekende politie. Het was geen multiculturele samenleving zoals nu, of: zoals we dat nu proberen.’

Welzijnswerk

Wie bij Lloyd Terborg een workshop rap of graffiti volgt, krijgt méér dan ‘ik doe iets en jullie doen me na’: Terborg is nog tot en met dit jaar actief geweest in het welzijnswerk, waar hij zich vol voor jongeren in heeft gezet met bijvoorbeeld hiphop-projecten en het opvangen van criminele jongeren. ’Dat maatschappelijke hart neem ik altijd mee’, vertelt hij. ‘Bovendien betrek ik altijd de cultuur erin. Hoe is de hiphop ontstaan? Als je cultuur in je verhaal meeneemt, gaat het leven. Ik wíl ook dat het leeft.’

Straattaal

Met regelmaat vertellen kinderen hem na afloop over persoonlijke problemen, nemen ze hem in vertrouwen. ‘Ik probeer dat altijd op te pakken, hulp of een docent in te schakelen waar nodig.’ Hij is ervan geschrokken hoe groot de problemen onder jongeren de laatste tijd zijn: ‘Vooral in de 3e klas is het op sommige scholen bar en boos. Kinderen hebben een paar jaar bijna niets gemogen, en dan komt er een heel nieuw type mens uit: een soort hybride jongere die nergens zin in heeft, compleet in de war is en zich nergens voor open wil stellen. Ze verstoppen zich in straattaal, maar dat kan ik natuurlijk ook. Door te spiegelen, krijg ik contact. Aan het eind van de les zijn het juist degenen die niks wilden, die de besten blijken te zijn. Heel beleefd zeggen ze nadien: ‘Dank u wel, meneer’.

Old school beats

Terborg gebruikt als ‘oudgediende’ van de hiphop altijd old school beats. Voor sommige kinderen echt een eye-opener. ‘Dit is toch geen rap?’, vragen ze dan. Terborg lacht: ‘Eigenlijk ben ik meer een hiphop-activist.’ Soms komt hij op een school een kind tegen met heel veel ritme, of een leerling die een tekst schrijft die hem verrast. En dat is precies zijn bedoeling met de workshop: ‘Je plant een zaadje, en zij moeten dat laten ontploffen.’

Tranen

Ook leert hij zelf ook nog bij: tijdens een workshop in het speciaal onderwijs zat lang geleden een spastische jongen, van wie Terborg onbewust dacht dat hij te slecht kon schrijven en spreken om echt mee te kunnen doen. ‘Toen we aan het eind van de dag op het schoolplein de resultaten presenteerden, reed hij z’n rolstoel naar voren en wees hij naar de microfoon. Hij begon – op zijn manier – te rappen over zijn docent die hij graag mocht. Ik kon mijn tranen niet bedwingen en heb mijn excuses aangeboden dat ik hem niet genoeg had betrokken.’ Sindsdien gaat Terborg anders om met deze groep. ‘Werken met kinderen is geven en nemen, en daarvan ga je groeien.’

Extra’s

Als Kleinkunstig hem inzet voor een workshop, probeert hij er sowieso altijd wat extra’s in te leggen. ‘Kinderen zijn zo puur, daar kunnen wij wat van leren. Sommige jongeren hebben een droom om rapper te worden, en dat is mooi, maar ik probeer ze ook mee te geven: klamp je niet vast aan één droom. Ga werken, ga leren. Blijf weg bij drugs.’ Terborg: ‘Dat welzijnshart blijft altijd kloppen. Hoe moeilijker de doelgroep, hoe leuker.’